Woordenlijst

Macedonisch – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/125376841.webp
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
cms/verbs-webp/119404727.webp
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/81885081.webp
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
cms/verbs-webp/8451970.webp
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
cms/verbs-webp/110322800.webp
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
cms/verbs-webp/109434478.webp
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
cms/verbs-webp/23257104.webp
duwen
Ze duwen de man het water in.
cms/verbs-webp/125319888.webp
bedekken
Ze bedekt haar haar.
cms/verbs-webp/74908730.webp
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
cms/verbs-webp/87153988.webp
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
cms/verbs-webp/92456427.webp
kopen
Ze willen een huis kopen.
cms/verbs-webp/124274060.webp
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.