Woordenlijst

Esperanto – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/75423712.webp
veranderen
Het licht veranderde in groen.
cms/verbs-webp/80060417.webp
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/100565199.webp
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/41918279.webp
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
cms/verbs-webp/38753106.webp
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
cms/verbs-webp/130814457.webp
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/23258706.webp
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/118588204.webp
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/46602585.webp
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/83548990.webp
terugkomen
De boemerang kwam terug.
cms/verbs-webp/36190839.webp
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.