Woordenlijst

отпускать

Вы не должны отпускать ручку!

otpuskat‘

Vy ne dolzhny otpuskat‘ ruchku!

loslaten

Je mag de grip niet loslaten!

приглашать

Мы приглашаем вас на нашу новогоднюю вечеринку.

priglashat‘

My priglashayem vas na nashu novogodnyuyu vecherinku.

uitnodigen

Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.

удалять

Как можно удалить пятно от красного вина?

udalyat‘

Kak mozhno udalit‘ pyatno ot krasnogo vina?

verwijderen

Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?

предлагать

Что вы предлагаете мне за мою рыбу?

predlagat‘

Chto vy predlagayete mne za moyu rybu?

aanbieden

Wat bied je me aan voor mijn vis?

согласиться

Соседи не могли согласиться на цвет.

soglasit‘sya

Sosedi ne mogli soglasit‘sya na tsvet.

eens zijn

De buren konden het niet eens worden over de kleur.

соединять

Этот мост соединяет два района.

soyedinyat‘

Etot most soyedinyayet dva rayona.

verbinden

Deze brug verbindt twee wijken.

заканчиваться

Маршрут заканчивается здесь.

zakanchivat‘sya

Marshrut zakanchivayetsya zdes‘.

eindigen

De route eindigt hier.

заниматься

Она занимается необычной профессией.

zanimat‘sya

Ona zanimayetsya neobychnoy professiyey.

uitoefenen

Ze oefent een ongewoon beroep uit.

объяснять

Дедушка объясняет миру своего внука.

ob“yasnyat‘

Dedushka ob“yasnyayet miru svoyego vnuka.

uitleggen

Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.

сопровождать

Собака сопровождает их.

soprovozhdat‘

Sobaka soprovozhdayet ikh.

begeleiden

De hond begeleidt hen.

привыкать

Детям нужно привыкать чистить зубы.

privykat‘

Detyam nuzhno privykat‘ chistit‘ zuby.

wennen aan

Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.

чувствовать

Он часто чувствует себя одиноким.

chuvstvovat‘

On chasto chuvstvuyet sebya odinokim.

voelen

Hij voelt zich vaak alleen.