Woordenlijst

Zweeds – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/91997551.webp
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
cms/verbs-webp/73488967.webp
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/47225563.webp
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/108991637.webp
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/61389443.webp
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
cms/verbs-webp/57481685.webp
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
cms/verbs-webp/53064913.webp
sluiten
Ze sluit de gordijnen.
cms/verbs-webp/108520089.webp
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
cms/verbs-webp/94482705.webp
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
cms/verbs-webp/35137215.webp
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
cms/verbs-webp/61826744.webp
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
cms/verbs-webp/123619164.webp
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.