Woordenlijst

Lets – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/90309445.webp
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/67880049.webp
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/125088246.webp
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
cms/verbs-webp/88597759.webp
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/74009623.webp
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/108014576.webp
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/119335162.webp
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
cms/verbs-webp/80060417.webp
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.
cms/verbs-webp/63868016.webp
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/115113805.webp
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
cms/verbs-webp/94909729.webp
wachten
We moeten nog een maand wachten.