Woordenlijst

մատուցել

Շեֆ-խոհարարն ինքն է մեզ այսօր մատուցում։

matuts’el

SHef-khohararn ink’n e mez aysor matuts’um.

bedienen

De chef bedient ons vandaag zelf.

բաժանել

Տնային գործերը իրար մեջ են բաժանում.

bazhanel

Tnayin gortsery irar mej yen bazhanum.

verdelen

Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.

նվազեցնել

Դուք գումար եք խնայում, երբ իջեցնում եք սենյակի ջերմաստիճանը։

nvazets’nel

Duk’ gumar yek’ khnayum, yerb ijets’num yek’ senyaki jermastichany.

besparen

Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.

փակել

Նա փակում է վարագույրները:

p’akel

Na p’akum e varaguyrnery:

sluiten

Ze sluit de gordijnen.

հետ դնել

Շուտով մենք ստիպված կլինենք նորից հետ դնել ժամացույցը:

het dnel

Shutov menk’ stipvats klinenk’ norits’ het dnel zhamats’uyts’y:

achteruit zetten

Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.

կանգ առնել

Բժիշկներն ամեն օր կանգ են առնում հիվանդի մոտ։

kang arrnel

Bzhishknern amen or kang yen arrnum hivandi mot.

langskomen

De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.

ուղարկել

Ես քեզ հաղորդագրություն եմ ուղարկել։

ugharkel

Yes k’ez haghordagrut’yun yem ugharkel.

sturen

Ik heb je een bericht gestuurd.

ներմուծում

Մրգեր ենք ներմուծում բազմաթիվ երկրներից։

nermutsum

Mrger yenk’ nermutsum bazmat’iv yerkrnerits’.

importeren

We importeren fruit uit veel landen.

հասկանալ

Ես վերջապես հասկացա առաջադրանքը!

haskanal

Yes verjapes haskats’a arrajadrank’y!

begrijpen

Ik begreep eindelijk de taak!

սուտ

Երբեմն պետք է ստել արտակարգ իրավիճակում:

sut

Yerbemn petk’ e stel artakarg iravichakum:

liegen

Soms moet men liegen in een noodsituatie.

ստանալ

Նա շատ գեղեցիկ նվեր ստացավ։

stanal

Na shat geghets’ik nver stats’av.

ontvangen

Ze ontving een heel mooi cadeau.

անտեսել

Երեխան անտեսում է մոր խոսքերը.

antesel

Yerekhan antesum e mor khosk’ery.

negeren

Het kind negeert de woorden van zijn moeder.