Woordenlijst

Afrikaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/78342099.webp
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.
cms/verbs-webp/127620690.webp
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/58292283.webp
eisen
Hij eist compensatie.
cms/verbs-webp/83776307.webp
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
cms/verbs-webp/118003321.webp
bezoeken
Ze bezoekt Parijs.
cms/verbs-webp/102169451.webp
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/119613462.webp
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
cms/verbs-webp/57207671.webp
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/123844560.webp
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/120870752.webp
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
cms/verbs-webp/109542274.webp
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/123834435.webp
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.