Woordenlijst

Spaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/111750395.webp
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
cms/verbs-webp/116835795.webp
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
cms/verbs-webp/97119641.webp
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
cms/verbs-webp/106851532.webp
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
cms/verbs-webp/4706191.webp
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
cms/verbs-webp/122632517.webp
misgaan
Alles gaat vandaag mis!
cms/verbs-webp/108991637.webp
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/84506870.webp
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/118485571.webp
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
cms/verbs-webp/19351700.webp
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/115847180.webp
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
cms/verbs-webp/47737573.webp
geïnteresseerd zijn
Ons kind is erg geïnteresseerd in muziek.