Woordenlijst

кормить

Дети кормят лошадь.

kormit‘

Deti kormyat loshad‘.

voeden

De kinderen voeden het paard.

обратиться

Мой учитель часто обращается ко мне.

obratit‘sya

Moy uchitel‘ chasto obrashchayetsya ko mne.

aanspreken

Mijn leraar spreekt me vaak aan.

проезжать мимо

Поезд проезжает мимо нас.

proyezzhat‘ mimo

Poyezd proyezzhayet mimo nas.

voorbijgaan

De trein gaat aan ons voorbij.

работать вместе

Мы работаем в команде.

rabotat‘ vmeste

My rabotayem v komande.

samenwerken

We werken samen als een team.

экономить

Вы можете экономить на отоплении.

ekonomit‘

Vy mozhete ekonomit‘ na otoplenii.

besparen

Je kunt geld besparen op verwarming.

давать

Что ее парень подарил ей на день рождения?

davat‘

Chto yeye paren‘ podaril yey na den‘ rozhdeniya?

geven

Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?

гарантировать

Страховка гарантирует защиту в случае аварий.

garantirovat‘

Strakhovka garantiruyet zashchitu v sluchaye avariy.

garanderen

Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.

отправлять

Эта компания отправляет товары по всему миру.

otpravlyat‘

Eta kompaniya otpravlyayet tovary po vsemu miru.

sturen

Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.

выбирать

Она выбирает новые солнцезащитные очки.

vybirat‘

Ona vybirayet novyye solntsezashchitnyye ochki.

uitzoeken

Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.

болтать

Они болтают друг с другом.

boltat‘

Oni boltayut drug s drugom.

kletsen

Ze kletsen met elkaar.

угадывать

Вам нужно угадать, кто я!

ugadyvat‘

Vam nuzhno ugadat‘, kto ya!

raden

Je moet raden wie ik ben!

ждать

Она ждет автобус.

zhdat‘

Ona zhdet avtobus.

wachten

Ze wacht op de bus.