Woordenlijst

исправлять

Учитель исправляет сочинения учеников.

ispravlyat‘

Uchitel‘ ispravlyayet sochineniya uchenikov.

corrigeren

De leraar corrigeert de essays van de studenten.

идти домой

Он идет домой после работы.

idti domoy

On idet domoy posle raboty.

naar huis gaan

Hij gaat na het werk naar huis.

гарантировать

Страховка гарантирует защиту в случае аварий.

garantirovat‘

Strakhovka garantiruyet zashchitu v sluchaye avariy.

garanderen

Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.

высказываться

Она хочет высказаться своей подруге.

vyskazyvat‘sya

Ona khochet vyskazat‘sya svoyey podruge.

uitspreken

Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.

убегать

Наш сын хотел убежать из дома.

ubegat‘

Nash syn khotel ubezhat‘ iz doma.

weglopen

Onze zoon wilde van huis weglopen.

забывать

Она не хочет забывать прошлое.

zabyvat‘

Ona ne khochet zabyvat‘ proshloye.

vergeten

Ze wil het verleden niet vergeten.

думать

Она все время думает о нем.

dumat‘

Ona vse vremya dumayet o nem.

denken

Ze moet altijd aan hem denken.

прибывать

Многие люди прибывают на каникулы на автодомах.

pribyvat‘

Mnogiye lyudi pribyvayut na kanikuly na avtodomakh.

aankomen

Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.

участвовать

Он участвует в гонке.

uchastvovat‘

On uchastvuyet v gonke.

deelnemen

Hij neemt deel aan de race.

хотеть выйти

Ребенок хочет выйти на улицу.

khotet‘ vyyti

Rebenok khochet vyyti na ulitsu.

naar buiten willen

Het kind wil naar buiten.

устраивать

Моя дочь хочет обустроить свою квартиру.

ustraivat‘

Moya doch‘ khochet obustroit‘ svoyu kvartiru.

inrichten

Mijn dochter wil haar appartement inrichten.

повторять год

Студент повторяет год.

povtoryat‘ god

Student povtoryayet god.

overdoen

De student heeft een jaar overgedaan.