Woordenlijst

Hebreeuws – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/95655547.webp
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
cms/verbs-webp/58292283.webp
eisen
Hij eist compensatie.
cms/verbs-webp/101938684.webp
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
cms/verbs-webp/90643537.webp
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/106997420.webp
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
cms/verbs-webp/113671812.webp
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.
cms/verbs-webp/58993404.webp
naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.
cms/verbs-webp/122470941.webp
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
cms/verbs-webp/105504873.webp
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.
cms/verbs-webp/105934977.webp
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/101383370.webp
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
cms/verbs-webp/103719050.webp
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.