Woordenlijst

Fins – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/68435277.webp
komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!
cms/verbs-webp/123367774.webp
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
cms/verbs-webp/121928809.webp
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
cms/verbs-webp/124740761.webp
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/130770778.webp
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/112755134.webp
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
cms/verbs-webp/106851532.webp
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
cms/verbs-webp/23257104.webp
duwen
Ze duwen de man het water in.
cms/verbs-webp/105224098.webp
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
cms/verbs-webp/59250506.webp
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.
cms/verbs-webp/75487437.webp
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
cms/verbs-webp/95056918.webp
leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.