Woordenlijst

Grieks – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/51465029.webp
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
cms/verbs-webp/57207671.webp
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/119269664.webp
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
cms/verbs-webp/66787660.webp
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/71883595.webp
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/125400489.webp
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
cms/verbs-webp/99633900.webp
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/32685682.webp
bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.
cms/verbs-webp/66441956.webp
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/26758664.webp
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
cms/verbs-webp/90773403.webp
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.
cms/verbs-webp/102677982.webp
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.