Woordenlijst

Japans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/110646130.webp
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
cms/verbs-webp/83661912.webp
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/44518719.webp
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
cms/verbs-webp/129403875.webp
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
cms/verbs-webp/104849232.webp
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/104759694.webp
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
cms/verbs-webp/100011426.webp
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/120282615.webp
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/115267617.webp
durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.
cms/verbs-webp/38296612.webp
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
cms/verbs-webp/40326232.webp
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!
cms/verbs-webp/55788145.webp
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.