Woordenlijst

прыгать

Он прыгнул в воду.

prygat‘

On prygnul v vodu.

springen

Hij sprong in het water.

готовить

Она готовит торт.

gotovit‘

Ona gotovit tort.

bereiden

Ze bereidt een taart.

вытаскивать

Сорняки нужно вытаскивать.

vytaskivat‘

Sornyaki nuzhno vytaskivat‘.

verwijderen

Onkruid moet verwijderd worden.

приносить

Доставщик приносит еду.

prinosit‘

Dostavshchik prinosit yedu.

brengen

De bezorger brengt het eten.

получать

Я могу получать очень быстрый интернет.

poluchat‘

YA mogu poluchat‘ ochen‘ bystryy internet.

ontvangen

Ik kan zeer snel internet ontvangen.

увидеть снова

Они наконец видят друг друга снова.

uvidet‘ snova

Oni nakonets vidyat drug druga snova.

weerzien

Ze zien elkaar eindelijk weer.

зависеть

Он слеп и зависит от посторонней помощи.

zaviset‘

On slep i zavisit ot postoronney pomoshchi.

afhangen van

Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

производить

Мы производим электричество с помощью ветра и солнца.

proizvodit‘

My proizvodim elektrichestvo s pomoshch‘yu vetra i solntsa.

genereren

We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

спрашивать

Он просит у нее прощения.

sprashivat‘

On prosit u neye proshcheniya.

vragen

Hij vraagt haar om vergeving.

познакомиться

Странные собаки хотят познакомиться друг с другом.

poznakomit‘sya

Strannyye sobaki khotyat poznakomit‘sya drug s drugom.

leren kennen

Vreemde honden willen elkaar leren kennen.

находить снова

Я не мог найти свой паспорт после переезда.

nakhodit‘ snova

YA ne mog nayti svoy pasport posle pereyezda.

terugvinden

Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.

поехать с кем-то

Могу я поехать с вами?

poyekhat‘ s kem-to

Mogu ya poyekhat‘ s vami?

meerijden

Mag ik met je meerijden?