Woordenlijst

Thai – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/117890903.webp
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
cms/verbs-webp/90539620.webp
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
cms/verbs-webp/93169145.webp
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/113885861.webp
besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.
cms/verbs-webp/123546660.webp
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
cms/verbs-webp/92207564.webp
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
cms/verbs-webp/91930309.webp
importeren
We importeren fruit uit veel landen.
cms/verbs-webp/60111551.webp
nemen
Ze moet veel medicatie nemen.
cms/verbs-webp/78773523.webp
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
cms/verbs-webp/101945694.webp
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
cms/verbs-webp/108580022.webp
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
cms/verbs-webp/94312776.webp
weggeven
Ze geeft haar hart weg.