Woordenlijst

сортировать

Ему нравится сортировать свои марки.

sortirovat‘

Yemu nravitsya sortirovat‘ svoi marki.

sorteren

Hij sorteert graag zijn postzegels.

экономить

Мои дети экономят свои деньги.

ekonomit‘

Moi deti ekonomyat svoi den‘gi.

sparen

Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.

откладывать

Я хочу откладывать немного денег каждый месяц на будущее.

otkladyvat‘

YA khochu otkladyvat‘ nemnogo deneg kazhdyy mesyats na budushcheye.

opzij zetten

Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

работать ради

Он много работал ради своих хороших оценок.

rabotat‘ radi

On mnogo rabotal radi svoikh khoroshikh otsenok.

werken voor

Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.

болтать

Студенты не должны болтать на уроке.

boltat‘

Studenty ne dolzhny boltat‘ na uroke.

kletsen

Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.

проверять

Механик проверяет функции автомобиля.

proveryat‘

Mekhanik proveryayet funktsii avtomobilya.

controleren

De monteur controleert de functies van de auto.

нравиться

Ребенку нравится новая игрушка.

nravit‘sya

Rebenku nravitsya novaya igrushka.

leuk vinden

Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.

нанимать

Претендента взяли на работу.

nanimat‘

Pretendenta vzyali na rabotu.

aannemen

De sollicitant werd aangenomen.

осмеливаться

Я не осмеливаюсь прыгнуть в воду.

osmelivat‘sya

YA ne osmelivayus‘ prygnut‘ v vodu.

durven

Ik durf niet in het water te springen.

отставать

Часы отстают на несколько минут.

otstavat‘

Chasy otstayut na neskol‘ko minut.

achterlopen

De klok loopt een paar minuten achter.

служить

Собаки любят служить своим хозяевам.

sluzhit‘

Sobaki lyubyat sluzhit‘ svoim khozyayevam.

dienen

Honden dienen graag hun baasjes.

выключить

Она выключает электричество.

vyklyuchit‘

Ona vyklyuchayet elektrichestvo.

uitzetten

Ze zet de elektriciteit uit.