Woordenlijst

Noors – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/115153768.webp
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
cms/verbs-webp/92207564.webp
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
cms/verbs-webp/123844560.webp
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
cms/verbs-webp/12991232.webp
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
cms/verbs-webp/130814457.webp
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/75001292.webp
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
cms/verbs-webp/93221279.webp
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/67624732.webp
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
cms/verbs-webp/109157162.webp
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
cms/verbs-webp/91442777.webp
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/111063120.webp
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.