Woordenlijst

Slovaaks – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/85010406.webp
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
cms/verbs-webp/54608740.webp
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
cms/verbs-webp/123211541.webp
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
cms/verbs-webp/120515454.webp
voeden
De kinderen voeden het paard.
cms/verbs-webp/118011740.webp
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/102853224.webp
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
cms/verbs-webp/27076371.webp
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/98294156.webp
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
cms/verbs-webp/118485571.webp
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
cms/verbs-webp/97593982.webp
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/82378537.webp
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
cms/verbs-webp/78073084.webp
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.