Vortprovizo
Lernu Verbojn – nederlanda

ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.
ricevi
Li ricevis salajralton de sia ĉefo.

garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
garantii
Asekuro garantias protekton en okazo de akcidentoj.

op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
detranchi
La ŝtofo estas detranchita laŭ mezuro.

begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
kompreni
Mi ne povas kompreni vin!

vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
batali
La sportistoj batalas kontraŭ unu la alian.

verhuizen
De buurman verhuist.
ellokiĝi
La najbaro ellokiĝas.

verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
rilati
La instruisto rilatas al la ekzemplo sur la tabulo.

uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
malŝalti
Ŝi malŝaltas la elektron.

ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
forigi
La estro forigis lin.

zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
sidi
Ŝi sidas ĉe la maro ĉe sunsubiro.

achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
malantaŭi
La horloĝo malantaŭas kelkajn minutojn.
