Vortprovizo
Lernu Verbojn – nederlanda

verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
preferi
Multaj infanoj preferas dolĉaĵojn al sanaj aferoj.

lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
legi
Mi ne povas legi sen okulvitroj.

snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
detranchi
Por la salato, vi devas detranchi la kukumon.

creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.
krei
Li kreis modelon por la domo.

ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
ricevi
Mi povas ricevi tre rapidan interreton.

liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
mensogi
Foje oni devas mensogi en urĝa situacio.

ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
subskribi
Li subskribis la kontrakton.

veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
kaŭzi
Tro da homoj rapide kaŭzas ĥaoson.

verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
miri
Ŝi miris kiam ŝi ricevis la novaĵon.

op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
detranchi
La ŝtofo estas detranchita laŭ mezuro.

overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
transsalti
La atleto devas transsalti la obstaklon.
