Vortprovizo

Lernu Verbojn – nederlanda

cms/verbs-webp/94312776.webp
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
doni for
Ŝi donas for sian koron.
cms/verbs-webp/122290319.webp
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
rezervi
Mi volas rezervi iom da mono por poste ĉiu monato.
cms/verbs-webp/42212679.webp
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
labori por
Li laboris firme por siaj bonaj notoj.
cms/verbs-webp/91367368.webp
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
promeni
La familio promenas dimanĉe.
cms/verbs-webp/40326232.webp
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!
kompreni
Fine mi komprenis la taskon!
cms/verbs-webp/19584241.webp
ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.
havi dispone
Infanoj nur havas poŝmonon dispone.
cms/verbs-webp/70624964.webp
plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!
amuziĝi
Ni tre amuziĝis en la parko de ludoj!
cms/verbs-webp/111750395.webp
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
reiri
Li ne povas reiri sole.
cms/verbs-webp/32312845.webp
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
ekskludi
La grupo ekskludas lin.
cms/verbs-webp/129203514.webp
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
babili
Li ofte babiletas kun sia najbaro.
cms/verbs-webp/118868318.webp
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
ŝati
Ŝi ŝatas ĉokoladon pli ol legomojn.
cms/verbs-webp/68212972.webp
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
paroli
Kiu scias ion rajtas paroli en la klaso.