Vortprovizo
Lernu Verbojn – nederlanda

schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
pentri
Ŝi pentris siajn manojn.

monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
monitori
Ĉio ĉi tie estas monitorata per kameraoj.

beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
reteni sin
Mi ne povas elspezi tro da mono; mi devas reteni min.

verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
kreskigi
La firmao kreskigis sian enspezon.

ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
ricevi
Mi povas ricevi tre rapidan interreton.

versturen
Ze wil de brief nu versturen.
elsendi
Ŝi volas nun elsendi la leteron.

beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
limigi
Dum dieto, oni devas limigi sian manĝaĵon.

verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
luigi
Li luigas sian domon.

doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
lasi tra
Ĉu oni devus lasi rifugintojn tra la limoj?

verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
engaĝiĝi
Ili sekrete engaĝiĝis!

bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.
konsci
La infano konscias pri la disputo de liaj gepatroj.
