Vocabulário

Aprenda verbos – Holandês

cms/verbs-webp/51465029.webp
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
atrasar
O relógio está atrasado alguns minutos.
cms/verbs-webp/106515783.webp
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.
destruir
O tornado destrói muitas casas.
cms/verbs-webp/34725682.webp
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
sugerir
A mulher sugere algo para sua amiga.
cms/verbs-webp/115291399.webp
willen
Hij wil te veel!
querer
Ele quer demais!
cms/verbs-webp/119235815.webp
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
amar
Ela realmente ama seu cavalo.
cms/verbs-webp/119379907.webp
raden
Je moet raden wie ik ben!
adivinhar
Você precisa adivinhar quem eu sou!
cms/verbs-webp/21342345.webp
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
gostar
A criança gosta do novo brinquedo.
cms/verbs-webp/5161747.webp
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
remover
A escavadeira está removendo o solo.
cms/verbs-webp/113316795.webp
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
entrar
Você tem que entrar com sua senha.
cms/verbs-webp/111021565.webp
walgen van
Ze walgde van spinnen.
sentir nojo
Ela sente nojo de aranhas.
cms/verbs-webp/101556029.webp
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
recusar
A criança recusa sua comida.
cms/verbs-webp/93792533.webp
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
significar
O que este brasão no chão significa?