Ordforråd

Lær verb – Dutch

cms/verbs-webp/84850955.webp
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
endre
Mykje har endra seg på grunn av klimaendringar.
cms/verbs-webp/120128475.webp
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
tenke
Ho må alltid tenke på han.
cms/verbs-webp/68779174.webp
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
representere
Advokatar representerer klientane sine i retten.
cms/verbs-webp/11497224.webp
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
svare
Studenten svarar på spørsmålet.
cms/verbs-webp/122153910.webp
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
dele
Dei deler husarbeidet mellom seg.
cms/verbs-webp/116932657.webp
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
motta
Han mottar ein god pensjon i alderdommen.
cms/verbs-webp/82604141.webp
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
kaste vekk
Han tråkkar på ein kasta bananskall.
cms/verbs-webp/84365550.webp
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
transportere
Lastebilen transporterer varene.
cms/verbs-webp/120086715.webp
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
fullføra
Kan du fullføre puslespelet?
cms/verbs-webp/109099922.webp
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
minne om
Datamaskina minner meg om avtalane mine.
cms/verbs-webp/105224098.webp
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
stadfesta
Ho kunne stadfeste den gode nyheita til mannen sin.
cms/verbs-webp/118588204.webp
wachten
Ze wacht op de bus.
vente
Ho ventar på bussen.