Woordenlijst

малювати

Він малює стіну на біло.

malyuvaty

Vin malyuye stinu na bilo.

schilderen

Hij schildert de muur wit.

погоджуватися

Сусіди не могли погодитися на колір.

pohodzhuvatysya

Susidy ne mohly pohodytysya na kolir.

eens zijn

De buren konden het niet eens worden over de kleur.

ненавидіти

Ці двоє хлопців ненавидять один одного.

nenavydity

Tsi dvoye khloptsiv nenavydyatʹ odyn odnoho.

haten

De twee jongens haten elkaar.

паркувати

Велосипеди припарковані перед будинком.

parkuvaty

Velosypedy pryparkovani pered budynkom.

parkeren

De fietsen staan voor het huis geparkeerd.

долати

Спортсмени долають водоспад.

dolaty

Sport·smeny dolayutʹ vodospad.

overwinnen

De atleten overwinnen de waterval.

слухати

Він слухає її.

slukhaty

Vin slukhaye yiyi.

luisteren

Hij luistert naar haar.

збивати

Велосипедиста збив автомобіль.

zbyvaty

Velosypedysta zbyv avtomobilʹ.

aanrijden

Een fietser werd aangereden door een auto.

кричати

Хлопець кричить на весь голос.

krychaty

Khlopetsʹ krychytʹ na vesʹ holos.

roepen

De jongen roept zo luid als hij kan.

пояснювати

Вона пояснює йому, як працює пристрій.

poyasnyuvaty

Vona poyasnyuye yomu, yak pratsyuye prystriy.

uitleggen

Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.

перевершувати

Кити перевершують усіх тварин за вагою.

perevershuvaty

Kyty perevershuyutʹ usikh tvaryn za vahoyu.

overtreffen

Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.

дивитися вниз

Вона дивиться вниз у долину.

dyvytysya vnyz

Vona dyvytʹsya vnyz u dolynu.

naar beneden kijken

Ze kijkt naar beneden het dal in.

бути достатньо

Салат для мене достатньо на обід.

buty dostatnʹo

Salat dlya mene dostatnʹo na obid.

genoeg zijn

Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.