Woordenlijst

Sloveens – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/47241989.webp
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
cms/verbs-webp/127720613.webp
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
cms/verbs-webp/19351700.webp
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/15441410.webp
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
cms/verbs-webp/124545057.webp
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
cms/verbs-webp/80332176.webp
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/73488967.webp
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/101945694.webp
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
cms/verbs-webp/120015763.webp
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.
cms/verbs-webp/125088246.webp
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
cms/verbs-webp/102304863.webp
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/102447745.webp
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.