Woordenlijst

Punjabi – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/118588204.webp
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/100585293.webp
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/130938054.webp
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
cms/verbs-webp/106591766.webp
genoeg zijn
Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.
cms/verbs-webp/120220195.webp
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
cms/verbs-webp/34664790.webp
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
cms/verbs-webp/91254822.webp
plukken
Ze plukte een appel.
cms/verbs-webp/859238.webp
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/77581051.webp
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?
cms/verbs-webp/119747108.webp
eten
Wat willen we vandaag eten?
cms/verbs-webp/100634207.webp
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
cms/verbs-webp/34979195.webp
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.