Woordenlijst

Koreaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/116519780.webp
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
cms/verbs-webp/75508285.webp
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/21689310.webp
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
cms/verbs-webp/120368888.webp
vertellen
Ze vertelde me een geheim.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/101709371.webp
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.
cms/verbs-webp/58292283.webp
eisen
Hij eist compensatie.
cms/verbs-webp/131098316.webp
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
cms/verbs-webp/92145325.webp
kijken
Ze kijkt door een gat.
cms/verbs-webp/123492574.webp
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
cms/verbs-webp/119289508.webp
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/46998479.webp
bespreken
Ze bespreken hun plannen.