Woordenlijst

Koreaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/119289508.webp
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/51573459.webp
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/43532627.webp
wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.
cms/verbs-webp/118003321.webp
bezoeken
Ze bezoekt Parijs.
cms/verbs-webp/83661912.webp
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/60395424.webp
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
cms/verbs-webp/30793025.webp
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/63457415.webp
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
cms/verbs-webp/63351650.webp
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/111792187.webp
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
cms/verbs-webp/109657074.webp
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
cms/verbs-webp/90643537.webp
zingen
De kinderen zingen een lied.