Woordenlijst

Esperanto – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/111021565.webp
walgen van
Ze walgde van spinnen.
cms/verbs-webp/118759500.webp
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
cms/verbs-webp/20225657.webp
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/102114991.webp
knippen
De kapper knipt haar haar.
cms/verbs-webp/67624732.webp
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
cms/verbs-webp/32312845.webp
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
cms/verbs-webp/23258706.webp
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/59121211.webp
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
cms/verbs-webp/91930309.webp
importeren
We importeren fruit uit veel landen.
cms/verbs-webp/117953809.webp
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
cms/verbs-webp/113885861.webp
besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.
cms/verbs-webp/120086715.webp
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?