Woordenlijst

Hongaars – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/85010406.webp
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
cms/verbs-webp/85871651.webp
moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!
cms/verbs-webp/105934977.webp
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/110401854.webp
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
cms/verbs-webp/17624512.webp
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/85677113.webp
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
cms/verbs-webp/123844560.webp
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/118232218.webp
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/99633900.webp
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/27564235.webp
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
cms/verbs-webp/108118259.webp
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.
cms/verbs-webp/106591766.webp
genoeg zijn
Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.