Woordenlijst

Hongaars – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/106851532.webp
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
cms/verbs-webp/91603141.webp
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.
cms/verbs-webp/35862456.webp
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/97119641.webp
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
cms/verbs-webp/21689310.webp
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
cms/verbs-webp/75487437.webp
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
cms/verbs-webp/74119884.webp
openen
Het kind opent zijn cadeau.
cms/verbs-webp/89869215.webp
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
cms/verbs-webp/114593953.webp
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/100434930.webp
eindigen
De route eindigt hier.
cms/verbs-webp/55788145.webp
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.
cms/verbs-webp/77572541.webp
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.