Woordenlijst

Albanees – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/63645950.webp
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/57207671.webp
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/107852800.webp
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
cms/verbs-webp/55269029.webp
missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.
cms/verbs-webp/82669892.webp
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?
cms/verbs-webp/102304863.webp
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/89635850.webp
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/78773523.webp
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
cms/verbs-webp/92207564.webp
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
cms/verbs-webp/128159501.webp
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/121928809.webp
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
cms/verbs-webp/60395424.webp
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.