Woordenlijst

Thai – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/78309507.webp
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
cms/verbs-webp/73649332.webp
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
cms/verbs-webp/120259827.webp
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/120282615.webp
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/41918279.webp
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
cms/verbs-webp/40094762.webp
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
cms/verbs-webp/100298227.webp
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.
cms/verbs-webp/8451970.webp
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
cms/verbs-webp/115847180.webp
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
cms/verbs-webp/101765009.webp
begeleiden
De hond begeleidt hen.
cms/verbs-webp/119404727.webp
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/93697965.webp
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.