Woordenlijst

Macedonisch – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/57481685.webp
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
cms/verbs-webp/93221279.webp
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/112970425.webp
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
cms/verbs-webp/61280800.webp
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
cms/verbs-webp/102169451.webp
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/132030267.webp
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.
cms/verbs-webp/74176286.webp
beschermen
De moeder beschermt haar kind.
cms/verbs-webp/85623875.webp
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
cms/verbs-webp/122398994.webp
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
cms/verbs-webp/115207335.webp
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
cms/verbs-webp/102136622.webp
trekken
Hij trekt de slee.
cms/verbs-webp/125088246.webp
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.