Woordenlijst

Portugees (PT) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/61280800.webp
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
cms/verbs-webp/91997551.webp
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
cms/verbs-webp/32180347.webp
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
cms/verbs-webp/77581051.webp
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?
cms/verbs-webp/19351700.webp
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/79322446.webp
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
cms/verbs-webp/81973029.webp
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.
cms/verbs-webp/8451970.webp
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
cms/verbs-webp/114052356.webp
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/92612369.webp
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
cms/verbs-webp/108991637.webp
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/90321809.webp
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.