Woordenlijst

Portugees (PT) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/124458146.webp
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/59552358.webp
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
cms/verbs-webp/103719050.webp
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
cms/verbs-webp/36190839.webp
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
cms/verbs-webp/75001292.webp
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
cms/verbs-webp/122470941.webp
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
cms/verbs-webp/67095816.webp
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
cms/verbs-webp/102049516.webp
verlaten
De man vertrekt.
cms/verbs-webp/91147324.webp
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
cms/verbs-webp/112970425.webp
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
cms/verbs-webp/55269029.webp
missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.
cms/verbs-webp/66787660.webp
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.