Woordenlijst

प्रभावित करना

दूसरों से प्रभावित न हों।

prabhaavit karana

doosaron se prabhaavit na hon.

beïnvloeden

Laat je niet door anderen beïnvloeden!

बैठना

वह सूर्यास्त के समय समुदर के पास बैठती है।

baithana

vah sooryaast ke samay samudar ke paas baithatee hai.

zitten

Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.

लिखना

वह पत्र लिख रहा है।

likhana

vah patr likh raha hai.

schrijven

Hij schrijft een brief.

उपयुक्त होना

यह रास्ता साइकिलिस्टों के लिए उपयुक्त नहीं है।

upayukt hona

yah raasta saikiliston ke lie upayukt nahin hai.

geschikt zijn

Het pad is niet geschikt voor fietsers.

धन्यवाद करना

उसने उसे फूलों से धन्यवाद किया।

dhanyavaad karana

usane use phoolon se dhanyavaad kiya.

bedanken

Hij bedankte haar met bloemen.

डिकोड करना

उसने छोटी छाप को आवर्धक कांच से डिकोड किया।

dikod karana

usane chhotee chhaap ko aavardhak kaanch se dikod kiya.

ontcijferen

Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.

जाना

वह पेरिस जा रही है।

jaana

vah peris ja rahee hai.

bezoeken

Ze bezoekt Parijs.

पहले आना

स्वास्थ्य हमेशा पहला आता है!

pahale aana

svaasthy hamesha pahala aata hai!

voorgaan

Gezondheid gaat altijd voor!

चाहना

वह बहुत कुछ चाहता है!

chaahana

vah bahut kuchh chaahata hai!

willen

Hij wil te veel!

मोड़ना

आप बाएं मोड़ सकते हैं।

modana

aap baen mod sakate hain.

draaien

Je mag naar links draaien.

बुलाना

मेरा शिक्षक अक्सर मुझे बुलाता है।

bulaana

mera shikshak aksar mujhe bulaata hai.

aanspreken

Mijn leraar spreekt me vaak aan.

सोना

वे एक रात के लिए अखिरकार देर तक सोना चाहते हैं।

sona

ve ek raat ke lie akhirakaar der tak sona chaahate hain.

uitslapen

Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.