Woordenlijst

Pashto – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/9435922.webp
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
cms/verbs-webp/104135921.webp
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
cms/verbs-webp/125319888.webp
bedekken
Ze bedekt haar haar.
cms/verbs-webp/128782889.webp
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
cms/verbs-webp/120900153.webp
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
cms/verbs-webp/87317037.webp
spelen
Het kind speelt liever alleen.
cms/verbs-webp/92612369.webp
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
cms/verbs-webp/83661912.webp
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/92384853.webp
geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
cms/verbs-webp/77738043.webp
beginnen
De soldaten beginnen.
cms/verbs-webp/120452848.webp
kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.
cms/verbs-webp/20225657.webp
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.