Woordenlijst

получаться

В этот раз не получилось.

poluchat‘sya

V etot raz ne poluchilos‘.

lukken

Deze keer is het niet gelukt.

исправлять

Учитель исправляет сочинения учеников.

ispravlyat‘

Uchitel‘ ispravlyayet sochineniya uchenikov.

corrigeren

De leraar corrigeert de essays van de studenten.

убегать

Наша кошка убежала.

ubegat‘

Nasha koshka ubezhala.

weglopen

Onze kat is weggelopen.

жениться/выйти замуж

Пара только что поженилась.

zhenit‘sya/vyyti zamuzh

Para tol‘ko chto pozhenilas‘.

trouwen

Het stel is net getrouwd.

смотреть

Она смотрит через бинокль.

smotret‘

Ona smotrit cherez binokl‘.

kijken

Ze kijkt door een verrekijker.

отправлять

Я отправляю вам письмо.

otpravlyat‘

YA otpravlyayu vam pis‘mo.

sturen

Ik stuur je een brief.

покупать

Они хотят купить дом.

pokupat‘

Oni khotyat kupit‘ dom.

kopen

Ze willen een huis kopen.

открывать

Сейф можно открыть секретным кодом.

otkryvat‘

Seyf mozhno otkryt‘ sekretnym kodom.

openen

De kluis kan worden geopend met de geheime code.

ложиться

Они устали и легли.

lozhit‘sya

Oni ustali i legli.

liggen

Ze waren moe en gingen liggen.

получить

Ему нужно получить больничный от врача.

poluchit‘

Yemu nuzhno poluchit‘ bol‘nichnyy ot vracha.

ziektebriefje halen

Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.

доказать

Он хочет доказать математическую формулу.

dokazat‘

On khochet dokazat‘ matematicheskuyu formulu.

bewijzen

Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

заниматься

Она занимается необычной профессией.

zanimat‘sya

Ona zanimayetsya neobychnoy professiyey.

uitoefenen

Ze oefent een ongewoon beroep uit.