Woordenlijst

пустити вперед

Ніхто не хоче пустити його вперед на супермаркетному касі.

pustyty vpered

Nikhto ne khoche pustyty yoho vpered na supermarketnomu kasi.

voor laten

Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.

запрошувати

Ми запрошуємо вас на нашу вечірку на Новий рік.

zaproshuvaty

My zaproshuyemo vas na nashu vechirku na Novyy rik.

uitnodigen

Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.

спілкуватися

Вони спілкуються між собою.

spilkuvatysya

Vony spilkuyutʹsya mizh soboyu.

kletsen

Ze kletsen met elkaar.

надсилати

Ця компанія надсилає товари по всьому світу.

nadsylaty

Tsya kompaniya nadsylaye tovary po vsʹomu svitu.

sturen

Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.

залишати

Вона залишила мені шматок піци.

zalyshaty

Vona zalyshyla meni shmatok pitsy.

achterlaten

Ze liet een stuk pizza voor me achter.

ділити

Вони ділять домашні справи між собою.

dilyty

Vony dilyatʹ domashni spravy mizh soboyu.

verdelen

Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.

чути

Я не чую тебе!

chuty

YA ne chuyu tebe!

horen

Ik kan je niet horen!

висловлюватися

Вона хоче висловитися своєму другу.

vyslovlyuvatysya

Vona khoche vyslovytysya svoyemu druhu.

uitspreken

Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.

переслідувати

Ковбой переслідує коней.

peresliduvaty

Kovboy peresliduye koney.

achtervolgen

De cowboy achtervolgt de paarden.

брехати

Він часто бреше, коли хоче щось продати.

brekhaty

Vin chasto breshe, koly khoche shchosʹ prodaty.

liegen

Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.

говорити

З ним треба поговорити; він такий самотній.

hovoryty

Z nym treba pohovoryty; vin takyy samotniy.

praten met

Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.

командувати

Він командує своєю собакою.

komanduvaty

Vin komanduye svoyeyu sobakoyu.

bevelen

Hij beveelt zijn hond.