Woordenlijst

Frans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/120220195.webp
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
cms/verbs-webp/74176286.webp
beschermen
De moeder beschermt haar kind.
cms/verbs-webp/47802599.webp
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
cms/verbs-webp/34725682.webp
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/59250506.webp
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.
cms/verbs-webp/91930542.webp
stoppen
De agente stopt de auto.
cms/verbs-webp/86583061.webp
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
cms/verbs-webp/116067426.webp
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
cms/verbs-webp/120762638.webp
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
cms/verbs-webp/109099922.webp
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
cms/verbs-webp/106203954.webp
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
cms/verbs-webp/118008920.webp
beginnen
School begint net voor de kinderen.