Woordenlijst

Engels (US) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/57248153.webp
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
cms/verbs-webp/113316795.webp
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
cms/verbs-webp/63868016.webp
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/47241989.webp
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
cms/verbs-webp/118549726.webp
controleren
De tandarts controleert de tanden.
cms/verbs-webp/119747108.webp
eten
Wat willen we vandaag eten?
cms/verbs-webp/84476170.webp
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
cms/verbs-webp/115291399.webp
willen
Hij wil te veel!
cms/verbs-webp/67035590.webp
springen
Hij sprong in het water.
cms/verbs-webp/68841225.webp
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/113393913.webp
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
cms/verbs-webp/93169145.webp
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.