Woordenlijst

Pashto – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/108350963.webp
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
cms/verbs-webp/59250506.webp
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.
cms/verbs-webp/104820474.webp
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
cms/verbs-webp/104476632.webp
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
cms/verbs-webp/119747108.webp
eten
Wat willen we vandaag eten?
cms/verbs-webp/113136810.webp
versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.
cms/verbs-webp/70055731.webp
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/96476544.webp
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/101556029.webp
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
cms/verbs-webp/121180353.webp
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
cms/verbs-webp/121820740.webp
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
cms/verbs-webp/118780425.webp
proeven
De chef-kok proeft de soep.