Woordenlijst

Marathi – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/33688289.webp
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/120624757.webp
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
cms/verbs-webp/117311654.webp
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
cms/verbs-webp/119379907.webp
raden
Je moet raden wie ik ben!
cms/verbs-webp/123619164.webp
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
cms/verbs-webp/77738043.webp
beginnen
De soldaten beginnen.
cms/verbs-webp/15441410.webp
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
cms/verbs-webp/34567067.webp
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/92207564.webp
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
cms/verbs-webp/89636007.webp
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/91147324.webp
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
cms/verbs-webp/124053323.webp
sturen
Hij stuurt een brief.