Woordenlijst

Spaans – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/75164594.webp
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
maar
Het huis is klein maar romantisch.
cms/adverbs-webp/145489181.webp
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
weg
Hij draagt de prooi weg.
cms/adverbs-webp/98507913.webp
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/77731267.webp
veel
Ik lees inderdaad veel.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
in
Ze springen in het water.