Woordenlijst

Hebreeuws – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/176427272.webp
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
te veel
Het werk wordt me te veel.
cms/adverbs-webp/96364122.webp
eerst
Veiligheid komt eerst.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/121005127.webp
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
cms/adverbs-webp/71670258.webp
gisteren
Het regende hard gisteren.
cms/adverbs-webp/128130222.webp
samen
We leren samen in een kleine groep.
cms/adverbs-webp/134906261.webp
al
Het huis is al verkocht.
cms/adverbs-webp/77731267.webp
veel
Ik lees inderdaad veel.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.