Woordenlijst

Koreaans – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/66918252.webp
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
bijna
De tank is bijna leeg.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
weg
Hij draagt de prooi weg.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/128130222.webp
samen
We leren samen in een kleine groep.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/142522540.webp
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.