Woordenlijst

Esperanto – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/29021965.webp
niet
Ik hou niet van de cactus.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
bijna
De tank is bijna leeg.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/145489181.webp
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/46438183.webp
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/71109632.webp
echt
Kan ik dat echt geloven?
cms/adverbs-webp/132510111.webp
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
samen
De twee spelen graag samen.