Woordenlijst

Spaans – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/132510111.webp
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/46438183.webp
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
cms/adverbs-webp/96364122.webp
eerst
Veiligheid komt eerst.
cms/adverbs-webp/121564016.webp
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/178519196.webp
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.